Ontspanning

Kermis in Ovezande

Tekst: © Tom Rentmeester 2023.

Boerenkermis in de middeleeuwen, naast dansen en drinken werd de kermis tevens door rondtrekkende handelslui en kwakzalvers met hun waren bezocht De vrijgezelle jeugd, ook van andere dorpen, kwam er vaak met succes verkering zoeken (was een belangrijke functie!)

Honderden jaren lang werd er al op de overwegend katholieke dorpen in de Zak van Zuid-Beveland jaarlijks kermis gevierd. De “Zeeuwsche Volks-Almanak” uit 1839 vermeldt de volgende 4 plaatsen uit Zuid-Beveland met inwonertal en de geplande kermis-datum van dat jaar:

1). Goes, 5291 zielen (inwoners), kermis-datum 20 Augustus.

2). Heinkenszand, 1268 zielen, kermis-datum 8 Julij (= oude spelling).

3).‘s-Heerenhoek 741 zielen, kermis-datum 19 Junij (= oude spelling).

4). Ovezande 713 zielen, kermis-datum 2 October.

                                (Kwadendamme ontbreekt hier nog, die komt er later wel bij).

De jaarlijkse kermis was dus ook in Ovezande structureel doorgevoerd, in mijn jeugd viel deze op de 1e zaterdag – maandag na Pinksteren. Pas in de recente jaren (v.a. 2017) is de kermis wegens verminderd bezoek en inkomsten gestopt.

Kerkplein (Dorpsplein) tussen de gemeenteherberg en de NH-kerk hier vond de kermis plaats

De carrousel was de hoofd-attractie voor kinderen….

Zeeuwse schonen op de kermis in Goes 1909. Een kleine carrousel. 1938 Nellie Schrieks in RK- klederdracht op een carrousel-paard tijdens de kermis in Goes (Zeeuws Archief )

Toen de ellende van 2e wereld oorlog enigszins achter de rug was, kregen de Ovezandenaren weer behoefte aan een echt dorpsfeest. Men stak de koppen bij elkaar hoe dat dan met simpele middelen kon worden ingevuld. Cafés waren er genoeg en de plaatselijke bakkers (gebr. Willem en Jaap Remijn) kwamen met het idee om tijdens het feest in een kraam friet te bakken voor de  voorbijkomende feestgangers…. Er was echter een probleem: vanwege de schaarste vlak na de oorlog was er geen of onvoldoende frietvet te krijgen. Men zette daarvoor een inzamelingsactie op in het dorp. Iedereen had wel wat spekvet, reuzel o.i.d. in de kelder staan om in te leveren voor dit goede doel. Aardappelen waren wel volop leverbaar en zo geschiedde dat op Ovezande tijdens dit dorpsfeest in het openbaar weer heerlijke verse friet werd gegeten. Een voorbeeld van de eensgezindheid die tijdens en vlak na de oorlog op dit dorp zo sterk aanwezig was….

Grote carrousel . 1965 Voor  “café Verbeek” vlnr: Hans Daalman, Tom en Rob Rentmeester

In de vijftiger jaren werd er in Ovezande dan ook weer volop kermis gevierd.  De attributen hiervoor werden opgezet door kermisexploitanten op het Kerkplein (voor het café van Verbeek). Daar stonden onder meer een carrousel, schommelbootjes, touwtjestrekkraam, oliebollenkraam e.d. Soms werd er een draaiorgel met de weergavekant voor de geopende ramen van het café Verbeek geplaatst zodat het geluid daar naar binnen ging om daar te kunnen dansen.

1957.De schommelbootjes. Kop van Jut, een touwtjestrekkraam en de suikerspin-machine..

Kermis met soms een vechtpartij…..

De kermis was niet alleen een feest voor het dorp zelf, maar ook uit de omliggende dorpen kwamen vele bezoekers. Jongens gingen kijken of er leuke meisjes te vinden waren en omgekeerd. Tussen de dorpen was van oudsher een zekere rivaliteit aanwezig en dat eindigde na (te) veel drankgebruik weleens tot een vechtpartij. Mijn ouders en hun toenmalige buren (Willem en Roos Remijn) liepen in die tijd een keer samen over de kermis, toen er plots een ruzie los brak tussen een Ovezandenaar (Kees Otte) en een “buutendieker”.  Bakker Willem Remijn was een fel mannetje dat zich snel opwond en direct wou gaan helpen, hij wou zich mengen in het gevecht. Het kostte zijn vrouw Roos en mijn ouders, met nog enkele omstanders, veel moeite om hem tegen te houden….

Een “cake-walk” rond begin jaren 50 voor de oudere jeugd en in de latere jaren een schiettent

De “Cake-walk”  was in de vroege jaren na de oorlog, een beleving waarover in Ovezande nog lang werd nagepraat. Je moest er doorheen lopen, maar alles waar je je voeten neer zette bewoog, schoof of  draaide. Twee cilindervormige kooien draaiden tegengesteld rond en daar moest je dan doorheen zien te komen. Het apparaat zal wel heel wat kneuzingen en verwondingen hebben veroorzaakt….

De handel met versnaperingen voor jong en oud: zuurstokken, oliebollen en gerookte paling

De  vrijdagmiddag voor de kermis begon men met de carrousel op te bouwen en als er daarna proefrondjes werden gedraaid, mochten wij kinderen gratis een rondje meedraaien. Dat was natuurlijk een drukte vanjewelste, daarna moest er voor elk rondje betaald gaan worden: een dubbeltje voor een rondje en voor 3 rondjes een kwartje. Dat kon voor de ouders natuurlijk wel behoorlijk oplopen, maar de meeste kinderen hadden er ook wel voor gespaard (zakgeld)…

De voddenboer gaf windmolentjes aan kinderen bij inlevering van vodden.    De “mosse”’.

Van ruilen komt huilen….

Ca. 1950. Toen mijn oudere broer Hans een jaar of 6-7 was, stond er tijdens de kermis in Ovezande een voddenboer met van die gekleurde molentjes op een stokje (zie afbeelding boven), als je ermee ging lopen, dan begon het molentje door de ontstane wind te draaien. Je kon zo’n molentje kopen maar ook krijgen als je oude kleren / vodden inleverde. Ja, zo’n molentje wilde Hans wel graag  hebben, maar z’n moeder had geen vodden op dat moment….Hans was inventief en kreeg een briljante inval: aan de waslijn had z’n moeder die dag gewassen kousen te drogen gehangen…als hij die eens inleverde? Maar dat zou zijn moeder natuurlijk direct merken en daarom nam hij van elk paar slechts een kous, dan viel het niet zo op…Hij kreeg hiervoor inderdaad het begeerde molentje van de voddenboer en blij hardlopend door de Ovezandse straten liet hij het draaien…  Op een gegeven moment was hij het hardlopen beu en kwam er een jongen aan met een gevangen mus in een doosje….en je begrijpt het al, er werd geruild. Maar na een poosje kwam hij er achter dat de mus stervende was en er zat al gauw geen beweging meer in…. “Je bent blij gemaakt met een dode mus” en “van ruilen komt huilen” waren de wijze lessen van die dag. Mijn moeder ging, na de ontdekking dat er kousen van haar waslijn verdwenen waren, direct naar de betreffende voddenman. Haar verdwenen kousen waren er gelukkig  nog en tegen betaling van het molentje kreeg ze die terug. “Eind goed, al goed”…..

“Nieuwe petaten mie zoute vis, eten de boeren a’t kermisse is”

Zo luidt een oud Zeeuws gezegde. En van zoute vis krijg je erg veel dorst, dus dan kan je tijdens de kermis goed drinken, was de achterliggende gedachte….. Tijdens de  Kwadendamse kermis onweerde het meestal, daar moest je op voorbereid zijn.… anders kwam je kleddernat en koud thuis. Meisjes van Heinkenszand die in de jaren 50 in het donker van de kermis in Ovezande of Kwadendamme fietsten, werden wel eens de stuipen op het lijf gejaagd door ene “Jan Spook” die nabij “de Brilletjes” woonde en daar onder een wit laken voor spook speelde. Hun vrienden reden een keer achterop en gaven hem toen een flink pak slaag….vanaf dat moment is hij gestopt met zijn “spook-acties”.

De jeugd ging arm in arm zingend over de straat…. Op een erg warme zomeravond in 1958 stonden tijdens de kermis bij ons thuis. (aan de Hoofdstraat 98) de slaapkamerramen wijd open. Het was druk in het dorp met 3 geopende cafés en de kermisgangers zongen gearmd in rijen luid op straat “Ik sta op wacht”, de toenmalige hit van Joop de Knegt.

Ik sta op wacht, “zonder hemd zonder broek”, en denk aan jou, “zonder hemd zonder broek”….etc.   (De tussen aanhalingstekens gezongen tekst was erbij verzonnen) .

Dat zwierend over de straat van het ene café naar het andere lopen (Verbeek-Doene-van Gessel), ging de hele avond zo door, wel afgewisseld met andere liedjes als “Och was ik maar” van Johnny Hoes etc.In de jaren 60 traden wij met ons bandje “the Blue Violets” ook bij kermissen op. Bij binnenkomst in café Verbeek stonden we dan met onze muziekinstrumenten aan de linkerkant bovenop het biljart, aan de rechterkant was er over de volle breedte van de zaal een biertap neergezet, tussenin was de  dansvloer.

“The Blue Violets” in café Doene. Bas op zijn Weltmeister accordeon midden in de polonaise

Terwijl we muziek aan het spelen waren zagen we aan de drukbezochte bar plotseling een jonge man door de lucht vliegen….. Wat was de reden hiervan? Dat bleek al gauw: judoka Jaap Rentmeester (Jaap van Siene) was uitgedaagd door een vreemde vervelende knul die Jaap zijn meisje lastig viel. Toen Jaap zei dat hij daarmee moest ophouden, nam de knul een uitdagende vechthouding aan, niet wetende dat Jaap een hoge graad in de judo-sport verworven had. Jaap twijfelde geen moment en slingerde de knul met een enorme heupzwaai richting het plafond waarna de overdonderde lastpak een paar meter verder op de grond neersmakte….. Het werd stil en de onruststoker droop onder hoongelach af en kwam niet meer terug….. Dankert van Loenhoud met hoed op en zijn vrouw Tanne in klederdracht walsten graag op de dansvloer. Omdat Dankert graag een borreltje lustte, deed hij tijdens de dans een oog dicht, dan zag hij beter…. .Voor de boogschutters werd er tijdens de kermis de zogenaamde “Kermis-schieting” gehouden in café Verbeek. Een café-houder (Jan de Rijke) uit Oudelande kreeg de lachers op zijn hand door onder het dansen met zijn vrouw “stierenvechtertje”  te gaan spelen. Zijn twee wijsvingers links en rechts van zijn hoofd, verbeelden de hoorns van de stier…..het was een dolkomische act ! Omstreeks 1965  werd  Café “’t Olietunnetje” van Moison door Jo Kappers overgenomen en uitgebreid met een “bar-dancing”- gelegenheid. Tijdens de kermis werd de “kroegentocht” met dit café aangevuld en liep nu van ‘t Olietunnetje – Verbeek – Doene tot Neeltje van Gessel en weer terug.

1963 The Blue Violets. 1966 Harry, Rob en Tom Rentmeester  gaan verder als The Cyclones

Gedurende de kermis in Ovezande speelden the Cyclones ook diverse malen in ‘t Olietunnetje. Een ooggetuige en trouwe fan  (Jantje Verbart) zei hierover “We liepen dan vanuit het dorp daar naar toe, wat was dat een leuke tijd! En wat hebben we toen gelachen en genoten….”.In de loop der jaren werden de kermisattributen moderner en uitgebreider. Toen de botsautootjes kwamen werd het kermisterrein verlegd  naar de Schutterstraat.

Botsautootjes, grijpkasten etc. en stonden in de Schutterstraat op 10 meter vanaf mijn woning

Vanaf 1975 woon ik in de Mauritsstraat en de aangelegen Schutterstraat  vormt daar een hoek mee. In de tijd dat de kermis op deze plaats  kwam, hadden we nog geen dubbelglas in onze woning en klonk het binnen alsof je in de tent van de botsautootjes zat…… tot rond middernacht, dus je moest wel wachten tot de muziek stopte voor je naar bed ging. Sinds enkele jaren is er geen kermis meer op Ovezande, er is tegenwoordig al zoveel aanbod voor ontspanning en om een geschikte levenspartner te vinden is de jeugd ook niet meer afhankelijk van die paar keer per jaar dat er een kermis in de buurt is…..Toch blijven de herinneringen van dit vroegere volksvermaak in Ovezande steeds erg mooi om aan terug te denken. Volgend jaar (2024) vieren we het 700-jarig bestaan van Ovezande: laten we er met z’n allen een mooi feestjaar van maken, het feesten zit immers in onze genen…..!

_________________________________________________________________________

Muzikaal Ovezande

Deel 4 “Melrose Abbey”                                       Tekst door: ©Tom Rentmeester 2022.

1970 vlnr.: John de Witte (drums), Harry Rentmeester (orgel / keyboards)  en Kees Schipper (gitaar en zang)

Na het beëindigen van de Ovezandse band “the Cyclones” besloot Harry Rentmeester in 1970 een nieuwe band te formeren. Kees Schipper uit Ovezande had al eens eerder als gastgitarist meegespeeld tijdens een optreden voor een dansavond met the Cyclones in Dancing de Kroon te Kwadendamme. De toen 17-jarige Kees bleek een veel belovende en talentvolle gitarist te zijn, hij speelde soepel gitaarsolo’s en had een goede zangstem met een voorliefde voor de blues. Johnny de Witte uit Goes werd de drummer en in de garage / oefenruimte naast onze ouderlijke woning (Hoofdstraat 98 te Ovezande) werden de eerste nummers ingestudeerd nog op de apparatuur van de voormalige Cyclones.

“Dit is MELROSE ABBEY …natuurlijk met de BLUES !”,  zo kondigde Kees Schipper de eerste optredens aan en “Dust my broom” van Elmore James werd ingezet….. Het klonk prima en ze konden onderling (zeer belangrijk!) goed met elkaar opschieten èn de muzikale click was duidelijk aanwezig, de opzet van de nieuwe band was geslaagd te noemen!

Maart 1973 vlnr: Bram vd Velde (basgitaar), Kees Schipper (sologitaar) John de Witte (drums) en Harry Rentmeester (toetsen en zang).  Rechts: de single 19-12-1973 –prod.. Relight Studios Hilvarenbeek.

De eerste bezetting (3 man) was net als bij the Cyclones maar de stijl en het repertoire van de popgroep was anders (rock-blues). De kwaliteit werd op een steeds hoger niveau gezet. De bassen van het orgel door Harry (net als bij The Doors) moesten vervangen worden door een basgitaar. De bassist, Bram van de Velde, werd in maart 1973 aan de band toegevoegd en dat was muzikaal gezien een grote verbetering, de bassen dragen immers de muziek en maken het geluid warmer en voller….. Het doel van de popgroep was om naast veel optredens ook een single uit te brengen en die kwam later (17 dec. 1973, zie foto boven en onder. Op 27 jan. 1974 was de presentatie van de single in Kiekieris. Harry: Veel publiciteit, druk en veel singles verkocht. De single staat op You-Tube. o.a. remix Jos Rentmeester).

De 45 toeren single  “Small fat Jim” / “Morning break”.                        Krantenartikel 24 januari 1974.

Maar eerst kregen ze nog een grote klap te verwerken: in de nacht van 1 september 1972 werden de instrumenten en geluidsapparatuur uit de oefenruimte in Driewegen gestolen.

De dagbladen vermeldden de inbraak en speurtochten naar de “verdwenen spullen” werden georganiseerd.

Het gestolen model Burns gitaar van Kees Schipper in 1972, het verlies doet hem nog steeds zeer…..

Dat was een regelrechte ramp voor de band en er moesten benefit-acties opgezet worden om geld bijeen te krijgen voor de aanschaf van nieuwe instrumenten en geluidsapparatuur. Dat lukte door de sympathie en medewerking van alle kanten, horecaondernemers en fans

Door de vele steunende acties kon Melrose Abbey zich financieel weer herstellen, nieuwe instrumenten en geluidsapparatuur aanschaffen en de optredens hervatten. Eind 1972 stond de driekoppige band weer met eigen materiaal op het podium. Er werd ook een sponsor gevonden, “Bar Kiekieris” uit ’s-Heerenhoek en er werden twee busjes aangeschaft met belettering van “Melrose Abbey” en “Kiekieris” voor het vervoer naar de optredens.

Melrose Abbey werd de huisband van Kiekieris en er volgden veel optredens in en buiten Zeeland.

In de loop van op van 1973 traden ze op in voorprogramma’s van o.a. Kayak, Dizzy Mans Band, Alquin en elke maand een keer in Kiekieris met steeds meer eigen werk..
4 nov. 1973 (bezetting : Kees, Bram, Johnny en Harry): Vanwege de autoloze zondag, werd er met paard en wagens naar het optreden in Kiekiris gereden. Vanuit de oefenruimte in Goes over de “stille” rijksweg naar ’s-Heerenhoek. De PZC journalist was van begin tot het einde aanwezig, het artikel werd de andere dag in de krant gepubliceerd (zie foto onder)..

Er konden nu ook professionele apparatuur en muziekinstrumenten worden aangeschaft.
De nieuwe PA geluidsinstallatie werd bediend door Bill Bouwman en Iman Ribbens.
Begin 1974 verliet drummer Johnny de Witte (te weinig tijd) de band en zijn plaats werd ingenomen door Johan Wattel uit Middelburg. Vanaf dat moment ging de band meer de symfonische-rock kant op, maar de blues en rock werden niet afgezworen. Veel optredens op diverse popfestivals volgden. Wat later in 1974 kwam dwarsfluitist Jan van de Velde (broer van bassist Bram) bij de band. In 1975 verliet zanger-gitarist Kees Schipper de band. Robby Roose uit Middelburg werd de nieuwe leadzanger. Gitarist Sam Berhitu uit Middelburg completeerde het geheel. Er volgden veel optredens in en buiten de provincie. 

Links: Melrose Abbey 1974 vlnr: Johan Wattel, Bill Bouman, Bram vd Velde, Kees Schipper en Harry Rentmeester. Rechts Popfestival Badstrand Vlissingen 1975 de nieuwe formatie: Harry Rentmeester (toetsen: Hammond orgel, Hohner clavinet, Korg synthesizer 700S, String ensemble en Hohner pianet), Robbie Roose (zang en gitaar), Sam Berhitu (gitaar), Johan Wattel (drums), Bram vd Velde (basgitaar), Jan vd Velde (dwarsfluit en percussie) en Kees Schipper (de laatste heeft de band inmiddels verlaten) staan niet op deze foto.

“moog”- synthesizer Korg 700S 1975

.De PZC schreef hierover: ’s Avonds om 6 uur werd gestart met het optreden van de Bevelandse formatie “Melrose Abbey”. De groep, die gebruikt maakt van een “moog-synthesizer” bracht ruim een half uur durende show. Hans Schipper begeleidde de formatie, die qua muziek aan Kayak en Focus deed denken, met een lichtshow. Verder traden die avond op de “Laurel Canyon Band” en “Bonfire”.

Ik werkte in die tijd bij Boonman-Elektro in Vlissingen en heb het boven genoemde festival ook bezocht en er Melrose Abbey zien optreden. De zonen van mijn werkgever destijds, Ad en Twan Boonman uit Ovezande, waren gedreven pop-liefhebbers (soos “de Klomp”!) en gingen vaak naar de optredens van Melrose Abbey in Zuid-Beveland. Ik vroeg hen dan daarna hoe het was geweest en dat werd altijd met “steengoed!” beantwoord.

Aan alles komt een eind….. ook aan dat van “Melrose Abbey”, tegelijkertijd begon Harry Rentmeester samen met de geluidstechnicus Iman Ribbens met de voorbereidingen van hun nieuwe professie: de muziekzaak “IMHA” aan de Kreukelmarkt in Goes. Hierdoor was er voor hen steeds minder tijd voor de band. In 1976 stopte de band definitief en diverse leden vervolgden hun eigen muzikaal pad in andere bands…….*).

*) Kees Schipper : is tot op de dag van vandaag muziek blijven maken in diverse samenstellingen van zijn bands. Bram van de Velde : is vanwege zijn werk in het noorden des lands gestopt met muziek maken.
Johan Wattel : maakt nog steeds muziek in Middelburgse bands. Sam Berhitu : maakt nog steeds muziek in Middelburgse bands. Rob Roose : maakt nog steeds muziek in diverse bands in Zeeuws Vlaanderen en als troubadour. Harry Rentmeester : was gastmuzikant op de cd’s van Surrender (Klok van Arnemuiden) en Pieter Dieleman. Tot voor kort maakte hij nog muziek met zijn broers in “the Cyclones’66”.

_________________________________________________________________________

Deel 3   “The Cyclones” 1966-1970                        Tekst door: ©Tom Rentmeester 2022

Links: 1966 foto genomen door Nico Morauw aan de Zwaakse weel vlnr: Harry, Tom en Rob Rentmeester. Rechts: het boek door Jan Kuipers “Brommers, gitaren en spandoeken” (ISBN 90-5994-093-8) met beschrijvingen en foto’s van Zeeuwse bandjes uit de jaren 50, 60 en 70, waaronder ook uit Ovezande: the Rockets (1959) , the Blue Violets (1963), the Cyclones (1966) en Melrose Abbey (1970)”.

De bekende Zeeuwse historicus Jan Kuipers schrijft over ons in zijn boek  “Brommers, gitaren en spandoeken / 50 jaar jong in Zeeland”: De Rentmeesters waren een muzikale familie die een flinke stempel hebben gedrukt op de vroege popcultuur in Zuid-Beveland. Na “The Blue Violets” vormden Harry, Rob en Tom Rentmeester een dans- en showband “The Cyclones”. Harry Rentmeester richtte in 1970 de legendarische Zeeuwse symfonische rockband “Melrose Abbey” op, samen met Kees Schipper (ook uit Ovezande) en John de Wit uit Goes, deze band werd erna nog verder uitgebreid.

Wat deed de Ovezandse jeugd in die jaren zoal in het uitgaansleven?  De maandelijkse “RK Instuif” te Goes in de Prins van Oranje of Schouwburg Juliana (Krijger op de Beestenmarkt) was voor de katholieke jeugd erg in trek. Hier speelden meestal grote bands zoals “the Orpheans” met de Ovezandse Bertie Goense op accordeon/piano en “the Goodwill Partners”, er reed dan een speciale AMZ-bus. De 60-er jaren waren de overgangsjaren in de muziek van de rock-and-roll, the Shadows en de twist  naar the Beatles, the Rolling Stones ed. De jukeboxen in de cafes zaten er vol mee en de muziek-bandjes rezen als paddelstoelen uit de grond evenals de “dancings”. Op brommers of met de bus, een paar jaar later zelfs met de auto, reden we naar Goes, Kortgene, Vlissingen, Bergen op Zoom etc. om in het weekend uit te gaan. Het Schuttershof in Goes had een grote en een kleine zaal. In de grote zaal speelden bekende landelijke bands (Peter & zijn Rockets, the Golden Earrings, Renee & his Alligators, the Motions etc.) en in de kleine zaal meestal de plaatselijke bands (the Shazams, the Blitzkickers ed). We (ik met mijn broers) gingen dan vaak “bandjes kijken” om hun dure gitaren en dito apparatuur te bewonderen en hun muziek te beluisteren. “The Cyclones” 1966-1970. Harry speelde elektronisch orgel / piano en bas(-gitaar). Het elektronisch orgel was in die tijd enorm populair geworden en Harry kon er vrijwel alles op spelen. Hij werkte als verkoper in de muziekwinkel van Goldsmeding te Goes en kon zodoende veel op diverse muziekinstrumenten leren. Er kwamen in die tijd ook de moderne elektronische accordeons (zoals van John Woodhouse) waarvan veel lp’s gekocht werden. Op het elektronisch orgel zat een register-toetst “accordeon” zo kon dat geluid ook hiermee enigszins nagebootst worden en met de bassen op het voetpedaal erbij. Voor dansavonden, bruiloften en partijen een ideale combinatie met gitaar, drums en zang.

In de oefenruimte (garage naast onze ouderlijke woning Hoofdstraat 98). Tom met de 12-snarige EKO-gitaar op de VOX-AC30 gitaarcombo-versterker en Sennheiser MD-421 microfoon. Rechts:  de Hofner 173, VOX AC30 en de EKO.

Doordat we op een gegeven moment elke week wel een of meerdere optredens hadden, was onze broer Hans manager geworden die de tarieven van onze optredens verhoogde en de boekingen deed, zodat we steeds beter materiaal voor onze muziekhobby “The Cyclones” konden kopen. De muziek-instrumenten waren in de jaren 60 nog schreeuwend duur, een eenvoudige Fender USA stratocaster gitaar kostte al gauw een paar duizend gulden. Een vergelijkbaar, maar kwalitatief iets minder Europees exemplaar zoals mijn Hofner 173, lag rond de 400 gulden en was voor ons nog net betaalbaar…

Het Binson echo-apparaat voor de zang, Harry op toetsen met VOX apparatuur en de zangversterker / PA-mixer (de laatste werd aangesloten op twee VOX luidsprekerzuiltjes).                                                                                                           

De nabij gelegen café-bar-dancing-“Het Olietunnetje” van Jo Kappers (Nissestelle), had in 1969 al vroeg een boeking gedaan voor een dansavond met “Corry en de Rekels”, vlak voordat ze bekend werden met “Huilen is voor jou te laat” en daarmee een publieksstunt geleverd voor zijn danszaal / “dancing”.

De befaamde Sennheiser MD421 microfoon en de Hofner 173 elektrische gitaar met vibrato 3 humbuckers.

Onze geluidsinstallaties waren nog niet zo sterk (30-60W) als die van tegenwoordig (1000W), maar voor de zaaltjes van de toenmalige dancings voldoende. De echo op de zang gaf een enorme ruimtelijke verbetering dat zelfs “professioneel” aandeed.

Het was er wekelijks dansen voor jong en oud en wij werden de “huisband” van het Olietunnetje. De auto’s stonden dan tot ver op de omliggende dijken geparkeerd, zodat de voorbijkomende mensen zich afvroegen wat er daar aan de hand was en een kijkje kwamen nemen…. Stampvol was het, er werd volop gedanst en gedronken, het entreegeld was al kostendekkend en de uitbater was tevreden. Ook groeide “de aanhang” van vaste fans die steeds onze optredens bezochten. Een grote fan hieruit was Jan(tje) Verbart, die ook na 50 jaar bij onze reünie/revival nog enthousiast kwam opdraven en voor het vervoer zorgde, helaas overleed hij kort daarna en te vroeg voor zijn leeftijd…..

De dancings waren “booming”!  In Kwadendamme “de Kroon” (dansen met kaarslicht), “s-Lands welvaren” en in het dorpsgebouw “De Burcht”, speelden we vaak. Voor het wat oudere publiek wat meer feestmuziek en voor de jeugd meer de moderne hits van the Beatles, the Rolling Stones, Bob Dylan, CCR, Ferre Grignard, Tim Hardin, the Animals etc. Ook in de dancings / cafés en dorpshuizen van de omliggende dorpen (zoals de Jeugdhoeve) in ’s-Heerenhoek traden we op. Soms ook in Zeeuw-Vlaanderen, maar je zat altijd met die boot en moesten we meestal de andere morgen vroeg weer terug of er overnachten.       We waren nog tieners en hadden veel plezier in onze hobby. We hebben gelachen zoals om de volgende anekdote tijdens een zomerse dansavond na een solistenconcours voor harmonies en fanfares in het dorpshuis te ’s-Heer Abtskerke: We moesten die avond rond 8 uur beginnen met de dansmuziek, dus kwamen we daar om 7 uur aan. Het solistenconcours was nog bezig, op het podium zat een trompettist geconcentreerd zijn partituur te spelen die door een scherp luisterende jury op punten werd beoordeeld. Het was er verder doodstil en warm, de hoge klapramen stonden wijd open. Toen we heel voorzichtig de instrumenten naar binnenbrachten, imiteerde Rob buiten ongezien onder zo’n klapraam, het geluid van een krolse kater (je kent het wel dat geluid als van een huilende baby). De solist raakte enigszins uit zijn concentratie en er kwamen twee mannen met bezems naar buiten om “de storende kater” uit de bosjes te verjagen. “Hebben jullie een kat gezien?” vroegen ze, ik zei: “Ja, er liep zojuist een grijze kat hard weg die kant op….”. Het probleem was dus al opgelost en het werd nog een heel gezellige dansavond. Achteraf hebben we er nog vaak om moeten lachen….. Rob zorgde altijd voor de “practical jokes”…….

Als je dan uiteindelijk serieuze verkering en trouwplannen krijgt, stop je met de energie- en tijd-slurpende band. In 1969 werd ik bedrijfsleider van een elektrozaak in Vlissingen en kon dat niet met het “ruige leven” van een band combineren. Ook de drummer Rob had trouwplannen en stopte eveneens met de band. Broer Harry bleef over en richtte na “Out of Law” de bluesband “Melrose Abbey” op met de apparatuur van the Cyclones als start.

1970 Kees Schipper met mijn 173 Hofner gitaar. De formatie “Out of Law” en “Melrose Abbey”.

Gedurende de jaren die volgden, traden de broers Bas, Rob, Harry, Jos en Tom soms nog samen op bij familiefeestjes. Een enkele keer deed onze oudste broer Rinus (uitbater bar “R2”, nu “de Zak”) ook mee als zanger met “rock-around-the-clock”, we waren dan met 6 broers in één band. Onze moeder zorgde ervoor dat op nieuwjaarsdag of haar verjaardag de familie bij elkaar kwam en we stonden dan op het podium in R2  voor de muzikale omlijsting. Het was er altijd reuze gezellig en we kijken er met dankbare herinneringen naar terug. Toen we gepensioneerd raakten (2012-2016) wilden we met z’n drieën weer muziek gaan maken net als vroeger onder de naam “The Cyclones ‘66” (toevoeging ’66 = 1966) Er werd, voor zover geen originele instrumenten meer aanwezig, gezocht naar vervangende nog bestaande gelijke uitvoeringen (Hofner 173, VOX AC30 combo) en tevens nieuwe instrumenten aangeschaft zoals gitaren waaronder een Fender USA strat, Hofner vioolbas, Hammond orgel, Roland el. piano met VOX versterkers, en een nieuw Tama drumstel . Al gauw maakten we ook gebruik van de nieuwste mogelijkheden op audio-gebied zoals de PA-mixer Fender Venue en de 16-sporen recorder / interface controller Zoom R16 voor opnames en geluidseffecten. Dat gaf nogal een verschil met 50 jaar geleden…..

Rechts drummer Rob (1949-2020) installeert zijn drumstel…We traden o.a. op voor de KBO-Ovezande en gaven een mini-concert tijdens de week “Samen sterk  voor de kerk” te Ovezande in 2016 (foto rechtsonder).

Helaas kwam de drummer onze broer Rob eind 2020 na een langdurig ziekbed te overlijden en werd ik geconfronteerd met een “plotsdoofheid met frequentie-vervorming”, dit betekende het definitieve einde van “The Cyclones”:      

Het is mooi geweest en….. “de mooie herinneringen blijven !”

(wordt vervolgd met deel 4 “Melrose Abbey”).

__________________________________________________________________________

Kinderspelen in de 50-en 60-er jaren in Ovezande

Oepele en dulfje sprienge”                                        Tekst: ©Tom Rentmeester 2021

“Tekenen en schilderen” uit mijn “tekenles perspectief” thuis aan mijn dochtertje Ginny ( ca. 7 jaar). “Oepele” (hoepelen): een oud fietswiel zonder spaken en een stokje om de hoepel te laten voortdraaien.

Er waren voor de kinderen in de sobere vijftiger jaren vele manieren om met eenvoudige en goedkope middelen toch leuk te kunnen spelen: het boven genoemde “hoepelen” was een veel voorkomende bezigheid. De kinderen liepen ermee naar school waar de hoepels tijdens de lessen op het schoolplein bleven staan. Maar ook het “steltlopen” was zo’n veel voorkomend spel: Twee lange houten latten met daaraan een v-vormig blok op hoogte waar men de voeten op kon zetten en je was ineens “een reus”. Het kon ook wat lager als “bliklopen” gedaan worden met je voeten op 2 lege conservenblikken waar met een lus een touw doorhing die je in je handen vasthield. Simpel, voordelig en hartstikke leuk, want geld voor luxe speelgoed was toen niet altijd voorhanden…..

“karretjes” maken. Later als opa met Meccano en de stoommachine spelen met mijn kleinzoon                       

Sommige handige vaders / opa’s  konden zelf een “karretje” of een “zeepkist” met wielen maken, een vogelkooitje voor een tortelduif of een pratende kauw en voor de meisjes een poppenwagen of poppenhuis voor hun poppen. Er werd thuis inventief zelf speelgoed gemaakt door de ouders, maar ook door de kinderen zelf. “Klepperen” met 2 hardhouten plankjes tussen de vingers schudden zodat deze elkaar raakten en geluid gaven. Meisjes leerden ook handwerken als “punniken”, breien, borduren, kleertjes maken voor de poppen enz. Een speelgoedwinkeltje met boodschappen of een keukentje waren vaak spelletjes die ik toen samen met mijn 2 jaar oudere zusje Riet speelde.

We waren veel buiten in de natuur:  hutten bouwen, vissen met de hengel in de welen, salamanders en kikkers / dikkopjes vangen, vogeleieren zoeken en uitblazen, roenkels (meikevers) vangen en aan een touwtje laten vliegen, vuurtje stoken en zwemmen in de zee. Met zelfgemaakte pijl en boog schieten of met een proppenschieter en met de katapult. Met een bootje gemaakt van een klomp aan een touwtje varen in een sloot etc.

“Dulfje sprienge” (slootje springen) doet men ook in Friesland maar dan met een stok en heet het “fierljeppen”. Dat laatste hebben we ook wel geprobeerd, maar dan bleef de stok midden in de modder rechtop staan….en kwamen wij met natte kleren thuis. “Van je fiets een brommer” maken deed je van een leeg schoensmeerblikje (klankkast) , waarop een stokje of wasknijper  vastgemaakt was, met elastieken vastmaken aan je voorvork . Door het stokje net tussen de spaken te steken kreeg je tijdens het fietsen een ratelend geluid als van een echte brommer.

Het dorp Ovezande was in de 50-60-er jaren één grote speelplaats voor kinderen, er was nauwelijks verkeer en de straten waren schoon en veilig. “Ga maar lekker buiten spelen” zeiden de moeders, “maar wel in de buurt blijven”…. Je ontmoette je vriendjes en vriendinnetjes ook op straat en vaak nam je ze mee naar de achtertuin waar onder toezicht gespeeld kon worden. Daar werden spelletjes gedaan zoals “Circus Omo”, de naam was ontleend aan de verkregen reclameborden voor het wasmiddel Omo. De aankondiging van de voorstelling werd op de fiets door het dorp gedaan. Mijn broer Bas (8 jaar) fietste en achterop de fiets stond Hans (7 jaar) als omroeper en riep: “Circus Omo vanmiddag om 3 uur…..Bas legt z’n oor in z’n knoop!” (Bas had een aangeboren “dotje” in een oorlel waardoor hij die vast kon zetten in zijn oorgat). Op de bleek achter onze woning te Dreef 5, was een kring van veilingskisten neergezet waarop “het publiek” kon plaatsnemen en in het midden was de piste. Iedereen mocht ook aan de show meedoen…. Ik (4 jaar) kon op mijn handen staan maar terwijl ik dat deed, kwam Hans met een gieter vol water aanzetten, ik had door wat hij van plan was en stopte de act onmiddellijk (ik had namelijk een korte broek aan en je kunt wel raden waar het water ingegaan zou zijn)…. Bas sloeg tijdens een goocheltruc het (defecte) horloge van vader onder een doek aan diggelen “Mislukt” was zijn antwoord erna.  Maar succes doet volgen, even later kwam er concurrentie van “circus Persil” door andere kinderen uit het dorp…..

Binnen hadden wij ons speelgoed.….. Zelf heb ik (7-8 jaar oud) nog met “Mobaco” en “Berbis” constructiedozen van houten onderdelen gespeeld. Je kon er gebouwen en molens mee maken (ik wou toen timmerman of misschien wel architect worden….).           Als het sinterklaas of je eigen verjaardag was, kreeg je wellicht een cadeau uit de winkel van Schuerman uit Ovezande of als deze het niet had, van Vissertje uit de stad Goes. Een (toch wel dure) meccanodoos was technisch zeer educatief en je kon er samen leuke dingen van maken. Mijn neefjes bij ome Bas maakten hiermee hele indrukwekkende stellages met hijskranen, draaiende machines, bruggen etc.  Het waren in feite constructiedozen voor oud en jong want de ouders genoten er ook van…..zelfs op late leeftijd is het nog leuk om met je kleinzoon zo’n constructie te bouwen (zie 2e foto-rij meccano bovenaan). Speelgoed autootjes met garages, leesboeken, tekendozen, timmerdozen, een knikkerspel, een vis-spel met magneetjes of een eenvoudig muziekinstrument (xylofoon, mondharmonica, blokfluit ed.) , behoorden tevens tot de sinterklaas- en verjaardagscadeaus.

De speelgoed autootjes en motoren waren nog van blik met omgebogen lipjes voor de constructiebevestiging, dinky-toys kwamen wat later.

 “Tollen” was ook weer zo’n buitenspel, om een houten tol het touw van een soort zweepje draaien en daaraan trekkend de tol laten draaien en loslaten. Er waren ook zogenaamde “rutenspriengers” (ruitenspringers) tussen, het woord zegt het al…. “Murpele” (knikkeren) werd ook op het schoolplein volop gedaan, de “kute” was een kuiltje in de grond waar de knikkers “in-geknipst” (met de vingers) dienden te worden. Je had “slikmurpels” (goedkoop van klei gemaakt) , kleine en middelgrote glazen knikkers en grote “bolleketten”.   

Naast het schoolplein lag een stuk grond braak, daar speelden we “landverovertje” met een dolk of mes. Een rechthoek op de grond werd in tweeën gedeeld en om de beurt mocht je het mes op het gedeelte van de tegenstander in de grond gooien. De stand van het mes gaf de nieuwe grenslijn aan van het stuk dat je veroverd had. Net zolang tot er nog een klein driehoekje overbleef, daar moest je 3 keer in gooien en was je de winnaar…

“Sleutelknallen” was best een gevaarlijk spelletje, in de holte van de sleutel werd wat kruit van lucifers gedaan en hierin paste een afgestompte spijker. Beiden waren verbonden met een touw als hengsel en als je het samenstel met de kop van de spijker tegen een muur sloeg hoorde je een harde knal (als een geweerschot). Ook bij het “carbidknallen” met een leeg verfblik, waarin van onder een gaatje zat voor de ontsteking, moest je voorzichtig zijn. “Brandglas branden” was dan weer een brandgevaarlijk spel. Als de zon scheen kon je met een brandglas de focus tot een stip op brandbaar materiaal afstellen waardoor dit door de hitte ontbrandde. Schoenveters en het zwarte geribbelde “hoorn”/ celluloid van oude fietssturen gingen enorm stinken en roken….

“Cowboytje spelen” deden we graag, je zelf als cowboy kleden en met een klapperpistool je tegenstanders zogenaamd neerschieten (die moesten zich dan op de grond laten vallen).Toen de televisie de serie Bonanza uitzond, werd de cowboy als held populair echter de indiaan (de sukkel Klukkluk bij Pipo de clown) wou niemand wezen….

1960 Foto door mijn zus Riet gemaakt: mijn jongste broer Josje als cowboy met op de achtergrond de dorpsbode Pier Oostdijk (Piertje Bries) voor de winkel van Sjef Schuerman (Sjef van Peet). Een bijna echt “wild-west” tafereel…..

“Gouda’s Glorie”-boterzegeltjes sparen voor speelgoed was in 1957 financieel populair. Ik was toen 10 jaar en kreeg hierop : “Esmi” rolschaatsen, een houten timmerdoos met echt (mini) gereedschap en mijn zus een Sharp portable radio. Een neefje in Apeldoorn had een elektrische trein waarmee we tijdens onze logeervakanties speelden. ’s-Winters gingen we schaatsen (op Friese doorlopers of houten ruiters)op het ijs van de omliggende welen.

Eind jaren 50 kwam de “hoela-hoep” als een landelijke rage. Ko Boonman (de fietsenmaker) boog deze uit een elektrische PVC-pijp 5/8”. Je kon hem laten draaien rond je nek, buik, heupen of ledematen, er werden ook lokale en landelijke wedstrijden mee gehouden. Trouwens, deze fietsenmaker heeft mijn 5 en 6 jarige broers Hans en Bas zwarte smeer-olie in hun haar laten smeren zodat ze “mooi haar” zouden krijgen, moeder was niet blij….

“Balspelen” voor de jongens (voetbal) en de meisjes (kaatsenballen). De meisjes hadden verder “hinkelen” en “touwtje springen” als veel beoefende spelen.  Ook “wegkruipertje” (buut) en “tikkertje” werden in groepsverband veel gedaan. Daarnaast had ieder wel z’n eigen interesses, dat kon zijn: lezen, een instrument bespelen of zang, tekenen en schilderen, knutselen, dieren verzorgen, sporten, fietsen, etc.       

Je ziet in de 50- en 60-er jaren, toen er voor velen nog geen televisie was, de computer / pc nog uitontwikkeld moest worden en de smartphone nog ver in het verschiet lag, dat de kinderen er zich absoluut niet verveelden en inventief / creatief spelend met elkaar aan het genieten waren van een onbezorgde jeugd. Ook al moesten ze vaak meehelpen in huishouding of bedrijf van hun ouders of om wat extra bij te verdienen, het was immers in de tijd van de wederopbouw….

_________________________________________________________________________

Muzikaal Ovezande

Deel 2  “The Blue Violets”                                        Tekst door: ©Tom Rentmeester 2021

Mijn broer Bas speelde accordeon (op foto 9 jaar oud), mondharmonica, orgel en drums. Gewoon op het gehoor, dus geen lessen met muzieknoten. Dat deden we thuis allemaal zo, je kreeg dus een instrument in je handen geduwd en verder moesten we het zelf maar aanleren. Foto midden ben ik (14 jaar oud) met de gitaar van mijn broer Hans en rechts in 1963 (16 jaar oud) met mijn drummende broer Rob (14 jaar oud).

Na de lagere school ging ik naar de kostschool Ste. Marie in Huijbergen waar ik het Mulo-, diploma behaalde. Maar ook had ik op de kostschool gitaar leren spelen en werden er daar met andere jongens gitaarbandjes gevormd waarmee we intern en soms ook extern optredens hadden. Als beloning voor het behalen van mijn diploma kreeg ik van mijn ouders een “Fasan”(Klira) solid body elektrische gitaar in rood celluloid met 2 “gouden” kristalelementen en vibrato-arm, gekocht bij Piet Demmers in Bergen op Zoom. Weer thuis werd in 1963 het gitaarbandje “The Blue Violets” opgericht samen met mijn broer Rob en achterneef Leo Vroonland, later kwam ook mijn broer Bas erbij.

Links: Met mijn Fasan gitaar en zelfgemaakte luidsprekerboxen en versterkers. Rechts: Tienerfestival in de Jeugdhoeve te ’s-Heerenhoek vlnr: Broer Rob, Leo Vroonland, Cyriel vd Hemel (zat nog op kostschool en kreeg speciaal verlof voor dit optreden) en ikzelf. We hadden vooraf niet kunnen oefenen en speelden instrumentaal “La Comparsa” van ZZ & de Maskers. The Skybolts uit Vlissingen wonnen, daarna The Shazams uit Goes en wij waren derde. Op de voorgrond: 2e van links pater Kroon de organisator van het festival.

Begin jaren 60 waren er in Zeeland nauwelijks muziekzaken met meer dan orgels, piano’s, strijkinstrumenten en klassieke gitaren in hun assortiment. Zanginstallaties, versterkers, elektrische gitaren waren gewoon niet uit voorraad leverbaar. Ook geen 2e hands en alleen op bestelling tegen zeer hoge prijzen. Dus zelf zoeken of eventueel maken was voor ons veelal de enige optie en dat deden we dan ook. Ik zat in Bergen op Zoom op de UTS elektrotechniek / elektronica en bouwde zelf geluidsapparatuur (luidsprekerboxen, geluidsapparatuur, een tremolo-apparaat etc.). Ook de accordeon en het orgeltje van Bas hadden ingebouwde kleine microfoons en konden zodoende versterkt worden.

1963: Optredens in het café “De Eendracht” te Ovezande op het biljart .Rechts: zelfgebouwde apparatuur. De witte kast links is een zelfgebouwd tremolo-apparaat voor de gitaar, zo konden we ook gitaarnummers als “black eyes” van the Tielman Brothers spelen.

Bas speelde accordeon en dat bleek het ideale instrument voor bruiloften en partijen. Een gitaarbandje met alleen tienermuziek van Cliff Richard & The Shadows (instrumentaal) sprak het wat oudere publiek niet aan, men wilde feestmuziek…..!

We konden op verzoek van alles spelen, nieuwe muziek van the Rolling Stones en the Beatles, “Rock ’n roll” van Bill Haeley, Elvis Presley, Cliff richard, Roy Orbison, Trini Lopez etc. Ook “la Bamba” van Ritchy Valens was zo’n nummer dat vaak gevraagd werd, men ging dan in een kring dansen met op het ritme gelijk opgooiende benen…. en natuurlijk “de twist” was toen bij de jeugd erg in.  Maar ook stijldansen zoals een foxtrott, (Engelse-)wals,  polka of een polonaise. “Joanusje Oostdiek” (de loco-burgemeester) vroeg eens om een heel oude dans te spelen: een “mazurka” (een soort rijdans). Ik had er nog nooit van gehoord. “Hoe is die dan, neurie de muziek eens even” vroeg Bas en zei daarna tegen ons “mannen: de Letkiss “ en ja hoor toen we dat speelden kwamen de “ouwetjes” op de vloer en gingen gepaard achter elkaar in een rij met hun voeten speciale pasjes makende, de “mazurka” dansen….  Dat was echt genieten zowel voor het publiek als voor de band!

In Ovezande, maar ook in omliggende dorpen, werden in de 60-jaren veel nieuwe rijtjeswoningen (ratio-woningen) opgeleverd (Burg. Andriessenstraat, Pr. Willem Alexanderstraat, Mauritstraat ed) en werd er dus ook veel getrouwd. The Blue Violets werden dan vaak gevraagd om tijdens de geplande bruiloftsfeesten te komen spelen. We deden gaandeweg zelfs spelletjes, afklapdans, wisseldans, stoelendans, “we gaan naar Zandvoort” etc. Dat werd gegarandeerd altijd lachen…..

1963 The Blue Violets  vlnr: Harry (12 jr), Leo Vroonland (17 jr), Robby (14 jr), Tom (ik 16 jr) en Bas (21 jr). De Fasan elektrische gitaar, Brian Jones (van the Rolling Stones) en Rudy de Queljoe (van Dragonfly) speelden in die tijd ook op zo’n zelfde gitaar. Het orgeltje achter Bas kwam van “the GB’s” uit Breda en het drumstel van “the Javelins” uit Vlissingen. Onze zus Riet heeft de blauwe satijnen hesjes en strikjes, genaaid (voor de leadzanger Bas in het zwart).

De nieuwste TOP40-hits zaten constant in het repertoire, hierdoor konden we voor jong en oud muziek brengen. Op kermissen (het podium was bovenop de biljarts in het café),  tijdens carnavals- en oranje-feesten, konden we de stemming er goed inbrengen, door de binding met het publiek wisten we precies wat we moesten spelen.  We traden ook veel op met dansmuziek voor verenigingen, want die waren er best veel in die tijd. In Yerseke hebben we in 1964 nog tijdens de eerste “mosselfeesten” gespeeld, in besloten kring op een boot die over de Schelde voer…..

23/07/1964  De PZC publiceerde onder de rubriek Zeeland het volgende verslag (ingekort)

:                                       OVEZANDE  Ruim 300 “zwoegers” bij wandelfeest. Met grote verwachtingen had de Ovezandse gidsengroep “St. Agnes” zich geprepareerd op het eerste lustrum van zijn jaarlijks wandelfeest. Ondanks de grote hitte waren er dezer dagen nog ruim 320 wandelaars naar de nijverheidsschool te Ovezande gekomen voor de start van de wandelmarsen op een viertal afstanden……. Een grote harmonie uit Terneuzen zorgde voor de entourage (de Ovezandse fanfare was niet meer operationeel). Van de groepen, die speciale prijzen behaalden, noemen we de Ovezandse gymnastiekvereniging “Turnlust”, Kasporgo uit Goes, de hervormde school te Biezelinge, het “Pius X” jongenskoor te Ovezande en de Leeuwerikjes te Lewedorp. Burgemeester Mooyman van Ovezande reikte de prijzen uit. Enkelen van de 25 km-lopers arriveerden in de stromende regen. Dit wandelfeest werd ’s avonds met een geanimeerd “blarenbal” in zaal Verbeek te Ovezande besloten. De plaatselijke combo “The Blue Violets” zorgde voor de muzikale omlijsting.…

Van het verdiende geld kochten we nieuwe en betere instrumenten en geluidsinstallaties. Toen onze oudere broer Bas zich in 1966 verloofde en vervolgens in het huwelijk trad, stopte hij ermee en werd in 1967 een nieuwe formatie opgericht “the Cyclones” met de overgebleven broers Harry, Rob en Tom Rentmeester.  

“The Cyclones” (foto Nico Morauw, aan de Zwaakse Weel 1967). Vlnr: Harry, Tom en Rob Rentmeester

We hebben samen (the Blue Violets en the Cyclones) van 1963 tot 1970 in totaal zo’n 300 optredens gehad waar we met genoegen naar kunnen terugkijken….

 (wordt vervolgd)

_________________________________________________________________________

Deel 1 Tekst door: ©Tom Rentmeester 2021

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is Muzikaal-1-1024x519.jpg

“The Village Tunes” 1946.  Vlnr: Jan Koens, Leentje Boonman, Piet Goense, Ko Booman en Kees Oostdijk. Vier gitaren en een accordeon bespeeld door Ovezandenaren. Ze speelden voor dansavonden en feestjes op het dorp. Het mocht eindelijk weer na de bevrijding…..!

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is image-1.png

De Ovezandse fanfare Muziek in ons gezin 1958. Riet, Tom, Rinus en Bas

Ovezande was een muzikaal dorp, bezat kerkkoren, een fanfare en diverse hobby-muzikanten die puur voor hun plezier speelden. Kapper Bernard Vermeulen speelde piano en klarinet (in de fanfare), Bertie Goense accordeon en piano, Frans van Steenbergen accordeon, Kees Boonman orgel enz. Ook bij ons thuis was het een en al muziek: Zus Riet speelde gitaar evenals ikzelf, Harry en Jos. Bas drumde en speelde accordeon en orgel net als Harry en Rinus was de leadzanger. In 1957 kwam de bandrecorder in ons gezin en van de muziek van radio en grammofoonplaten werden banden opgenomen die bij tienerfuifjes de nieuwste singles van die tijd lieten klinken.

Rinus (zang) en Bas Rentmeester (drums) richtten in 1959 de Ovezandse rock and roll band “The Rockets” op samen met Bertie Goense (piano / accordeon) en Nico Morauw (niet op de foto, saxofoon). Later kwamen Kees Martens (gitaar) en Rinus Rijk (trompet) er nog bij.

Rinus Rentmeester beschikte al over een geluidsinstallatie (versterker, microfoon en luidsprekerboxen, bandrecorder en platenspeler met een uitgebreide singles-collectie). Het was in de tijd dat Bill Hayley’s “Rock around the clock”, Rocco Granata’s “Marina”, “Down by the riverside”, “the Cottonsong”, “Alleen maar Dixyland-Jazz” etc. hoog in de hitlijsten scoorden. We hadden thuis in 1957 al televisie en Bill Hayley and his Comets in een boksring met een levende haan op de touwen via een Duitse televisiezender zien spelen. Dit was sensationeel en dè muziek die “the Rockets” wilden gaan brengen aanvankelijk voor de R&R-dansavonden in Ovezande.  Een oud drumstel werd opgeknapt en uitgebreid, waarvoor de plaatselijke smederijen de statieven in elkaar lasten (want er waren hier op ZB nog geen muziekwinkels die dat in hun assortiment voerden) .De Ovezandse huisschilder Joop Uitterhoeve zette met sierlijke zwarte letters de naam “The Rockets” op het basedrumvel.  Er werd geoefend ’s-avonds bij Bertie Goense thuis en ik (12 jaar) mocht wel eens mee om te luisteren. De gespeelde nummers werden met de bandrecorder opgenomen en beluisterd voor eventuele verbeteringen. Bertie Goense speelde piano en accordeon in “the Orpheans” (big band voor dansmuziek) en kende zodoende “de kneepjes van het vak” bij dansoptredens.

The Rockets hebben een paar jaar (periode 1960-1962) optredens verzorgd in Ovezande bij dansavonden voor de jeugd, fuiven en carnaval, gewoon in de plaatselijke cafés. Nico Morauw zat vol humor en speelde op de saxofoon bij z’n solo’s eigenlijk maar 2 verschillende noten, maar de shows die hij daarbij bracht waren legendarisch. Hij zakte al spelend met de saxofoon door z’n knieën en op z’n rug liggend met de benen omhoog…. Hij ontving daarna een daverend applaus. Ja, dat was “echte” Rock and Roll !

                                                                                                (wordt vervolgd)

_________________________________________________________________________

Eerste officiële carnaval in Ovezande in 1961

Door: Tom Rentmeester 2021

1960                                                              1961 Burgemeester met de “dorpssleutel”

Nadat er in 1960 te Ovezande nog in besloten kring carnaval was gevierd, werd de volgende stap in 1961 gezet: een officieel open carnavalsfeest met overhandiging van de dorpssleutel van Ovezande aan de prins carnaval door de burgemeester Theo Andriessen. Het werd een succes, zoals een stukje met foto in Dagblad de Stem (13 februari 1961 pag. 2) beschreef:

“PRET IN OVEZANDE”  “In de zak van Zuid-Beveland beginnen, vooral onder de katholieke jeugd, de carnavalsvierders “burgerrecht” te verkrijgen. De jeugd in Ovezande heeft zich dit jaar voor het eerst in vastenavondtooi op straat vertoond en afgaande op wat onze fotograaf voor de lens kreeg heerste er waarlijk ongedwongen plezier”.

Piet de Jonge en Rinus Rentmeester namen hierin het initiatief i.s.m. de “JG”-Ovezande (Jeugd Gemeenschap) en de plaatselijke toneelvereniging. Rinus was onder de naam “Prins Ananas 1” de eerste prins carnaval van Zuid-Beveland die symbolisch de “dorpssleutel van Ovezande” door de burgemeester overhandigd kreeg.

Vooraf moest vergunning van de burgemeester op het gemeentehuis worden aangevraagd en die stelde voor dansavonden strenge voorwaarden: zoals aan leeftijd, toezicht, voldoende verlichting, overzicht in de lokaliteit, alcoholgebruik, sluitingstijd etc. Deze waren in 10 voorwaarden beschreven, met de schrijfmachine op een vol A4-papier getypt gericht aan Piet de Jonge (was meerderjarig) en door de burgemeester ondertekend.

Het decor was gebaseerd rond een Zuid-Amerikaans klinkend thema “Santa Cabana”, visnetten met gekleurde lampjes en slingers aan het plafond en verder versierd met zelfgemaakte palmbomen en palmtakken. Het carnavals lied was “Pedro aus Caracas” (in Süd Amerika, handelt mit Ananas etc./  Vico Torriani 1957)” Ook de leden van band die voor de muziek zorgden “The Rockets” (Bertie Goense, Bas Rentmeester , Nico Morauw en Kees Martens) hadden speciale feestkleding aan met een extra hoge feesthoed, alles was tot in perfectie voorbereid door de Ovezandse jeugd.

Prins Ananas 1 werd in een versierd wagentje van de lagere school door de Hoofdstraat naar het gemeentehuis vervoerd, onder luid kabaal van de Ovezandse jeugd. Voor het gemeentehuis overhandigde burgemeester Andriessen de gemeentesleutel voor de carnavalsperiode aan de prins. Daarna begaf de hossende stoet zich naar het Kerkplein waar nog een rondje gemaakt werd en dook dan het café van Verbeek in waar het feest werd voortgezet.

Ook wat jeugd van omliggende dorpen was komen kijken, waaronder Albert Rijk die het opvolgende jaar het carnaval in ’s-Heerenhoek van de grond kreeg….daar waren de aanwezige accommodaties (veel cafés een grote zaal “de Jeugdhoeve”) en een groot publiek heel wat gunstiger: het carnaval groeide daar uit tot een jaarlijks festijn.